Hartslagmeting en trainingsschema

De begeleiding begint met een kennismakingsgesprek waar de wensen en doelen van de ruiter aan bod komen, daarnaast wordt de eerste hartslagmeting gedaan. Wat wil je precies bereiken met je paard en wanneer? Wat zijn je korte termijn doelen, maar ook je doelen op de lange termijn. Wat wil je met je paard bereikt hebben over bijvoorbeeld twee jaar? Hier kun je misschien denken aan het pieken op een bepaalde wedstrijd of het paard conditioneel te verbeteren in een bepaalde periode.

Basistest

Na het gesprek zal de basistest worden afgenomen bij het paard. Hierbij wordt de hartslagmeter onder het zadel geplaatst. Deze zal constant de hartslag meten. Het paard wordt onder het zadel gereden en voor een bepaalde tijd wordt de hartslag gemeten in stap, draf en galop. 

Normaalwaarde

Aan de hand van de waardes van de hartslag in stap, draf en galop kunnen wij bepalen hoe de basisconditie van het paard is. Blijft de hartslag binnen de normaalwaardes dan is de basisconditie van het paard voldoende. Van daaruit kunnen we verder kijken aan de hand van de doelen die gesteld zijn welke oefeningen er verder nodig zijn in de training om de gestelde doelen te bereiken. 

Loopt de hartslag tijdens de basistest te hoog op, dan betekent dit dat de basisconditie van het paard niet in orde is. We zullen dan een plan opstellen om de basisconditie te verbeteren. Voordat je verder kunt trainen op kracht of uithoudingsvermogen moet eerst de basisconditie op orde zijn. 

Specifieke oefeningen

Naast de basistest die wordt afgelegd, wordt ook gekeken naar bij welke oefeningen het paard daadwerkelijk inspanning aan het leveren is en bij welke oefeningen er uit de hartslagmeting weinig verandering te zien is. Hierdoor kunnen we bepaalde oefeningen die bijdragen aan het verbeteren van kracht of conditie toevoegen aan het trainingsschema. Net waar er bij het specifieke paard aan gewerkt moet worden.

Het trainingsschema is op maat gemaakt voor het paard en de trainingsdagen, rustdagen en hersteldagen worden zorgvuldig ingepland. Bij het bepalen van de oefeningen en trainingsvormen die in het schema worden opgenomen, wordt er goed op gelet dat deze passen bij de combinatie en diens wensen. 

Controlemoment

Na ongeveer drie maanden zal een controlemoment plaatsvinden. Wij zullen met de ruiter het trainingsschema evalueren en de doelen zullen opnieuw besproken worden. Daarna zal een nieuwe meting plaatsvinden om de voortgang te bepalen en eventuele aanpassingen in het trainingsschema te maken.